Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [7]ik zeide: [8]Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den [9]tempel Uwer heiligheid [10]weder aanschouwen. 7. Te weten bij mijzelven, dat is, dacht. Verg. Ps.31:23 met de aantekening. 8. Of, uitgedreven, uitgeworpen. 9. Dat is, uw heiligen tempel, waar God mer zijne genade bijzonderlijk tegenwoordig was. 10. Hebr. ik zal toedien of voortvaren te aanschouwen; dat is, weder aanschouwen. Dit bijzonder vertrouwen werkte Gods Geest in den profeet, waardoor hij de overwinning behield over het vlees. Anders: ik zal nochtans voortvaren te zien naar uw heiligen tempel; dat is, ik zal evenwel niet laten te wachten op uwe hulp, die Gij mij uit uwen tempel, [dat is om des Messias' wil, van wien de tempel een voorbeeld was] zult toeschikken. Verg. onder vs.9.